Aangeboren afwijkingen
Onze kalveren komen over het algemeen uit de melkveehouderij en van alle dieren die hier geboren worden, zal selectie plaats vinden. Het grootste deel van de stieren zal worden afgestoten, maar ook van een deel van de vaarzen wordt afscheid genomen.
De keuze zal voornamelijk bepaald worden door kwaliteit van moederdier (kalveren van hoogproductieve koeien zullen eerder aangehouden worden) en kwaliteit van het kalf (de voor zijn bedrijf belangrijkste dieren zal de melkveehouder zelf aanhouden).
Hierdoor kan het gebeuren dat we in de kalverhouderij dieren aantreffen met erfelijke of aangeboren gebreken.
Een deel van deze problemen, levert in de loopbaan van onze kalveren geen problemen op, op een aantal problemen zullen we moeten anticiperen en enkele aandoeningen zullen uiteindelijk dodelijk blijken.
Aan de kop van het kalf zien we de volgende aandoeningen:
- Open gehemelte
- Hazenlip
- Kleine/afwezige oorschelp
- Te kleine oogbol (waardoor oogspleet vaak ook te klein)/afwezigheid van ogen
- Onder/overbeet
- Waterhoofd
Hartproblemen (verkeerde aanleg, kortsluiting en lekkage)
In de buikholte:
- Vaatkortsluiting in de lever (waardoor lever het bloed niet ontgift)
- Vernauwde/afwezige einddarm of anus (kalf eet en drinkt, krijgt dikke buik, maar maakt geen mest)
- Nierafwijkingen (slechte vochthuishouding, gewichtsverlies, opstapelen gifstoffen in lichaam)
- Breuk van: buikwand/middenrif/scrotum/navelbreuk
Bewegingsapparaat:
- Afwezigheid 1 klauw
- Overontwikkeling bijklauwen (kalf loopt niet alleen op klauwen, maar ook op bijklauwen)
- Extra poot / extra teen of andere aangroeisels
Overig:
- Varkensstaart
- Afwezigheid staart
- Kween
De meest voorkomende aangeboren afwijking is de navelbreuk:
Vaak hangt er een bult(je) ter hoogte van de navel, deze is in tegenstelling tot ontstekingen soepel, zacht en niet pijnlijk. Bij twijfel, overleg met uw dierenarts.
De breuk kun je de buikholte weer in drukken en kan darmdelen bevatten.
Daar er zelden problemen ontstaan met navelbreuken binnen de kalverhouderij, hoeft hier geen actie te worden ondernomen.
Minder frequent komen voor:
Open gehemeltes
Deze zijn vaak al vroeg te herkennen, het kalf drinkt zijn melk, maar dit komt er (deels) via de neus weer uit. Voor de kalveren werkt een speenemmer ondersteunend, de wet van de zwaartekracht zal helpen de melk gelijk richting maag te sturen.
Het voeren van ruwvoer kan problemen geven, daar dit normaal in de bek herkauwd moet worden, en deze kalveren zullen tijdens het malen met de tong een deel van het ruwvoer in de neusholte duwen. Hierdoor ontstaat soms een chronische ontsteking van de neusholte. Ook hier geldt, overleg met uw dierenarts hoe deze dieren het beste aan te pakken.
Hazenlippen
Een hazenlip hoeft geen probleem te zijn, mits het gehemelte intact is. Een speen kan hier ondersteunend werken, zo komt de melk achter in de bek, waar geen afwijking is.
Hartproblemen
Wanneer kalveren net na het drinken enorm staan te pompen, denken we aan hartproblemen. De ademhaling wordt langzaam wat rustiger, maar bij de volgende voerbeurt gebeurd weer hetzelfde. Wat ook kan gebeuren is dat het kalf gaat pompen, waarop verondersteld wordt dat het dier een longprobleem heeft. We zien dan echter geen enkel reactie op de behandeling.
Met nauwkeurig onderzoek door de dierenarts kan een goede prognose gegeven worden.
Dus: ziet u iets afwijkend aan 1 van uw kalveren, zoals hier boven beschreven, raadpleeg uw dierenarts!