Infectie bij kalveren door Clostridium bacteriën
Clostridium bacteriën komen overal in de omgeving van het kalf voor, denk hierbij bijvoorbeeld aan de bodembedekking, het drinkwater en ruwvoer. Ook gezonde kalveren dragen zowel in de dunne als de dikke darm Clostridium bacteriën bij zich. De bacteriën zelf zijn weinig schadelijk voor het kalf. In bepaalde omstandigheden produceren deze bacteriën echter grote hoeveelheden aan gifstoffen die in de onmiddellijke omgeving van de bacterie verspreid worden. Er zijn verschillende typen Clostridium bacteriën te onderscheiden die ieder hun eigen toxines produceren. Hoewel kalveren minder gevoelig zijn dan bijvoorbeeld paarden zijn er wel een aantal praktijksituaties waarbij Clostridium bacteriën van belang zijn. We kunnen hierbij grofweg een indeling maken in vier verschillende typen.
Clostridium perfringens
Een veel voorkomende vorm van Clostridium zien we bij een besmetting met Clostridium perfringens. Deze kiem kan aanleiding geven tot Clostridium enterotoxemie. Dit betekent letterlijk dat er een vergiftiging (toxemie) optreedt die inwerkt op het darmstelsel (entero). Clostridium enterotoxemie kent een snel en agressief verloop. De meeste gezonde dieren zijn drager van Clostridium perfringens in de dikke darm. Ze veroorzaken hier normaal geen schade doordat ze door de andere aanwezige bacteriën in bedwang worden gehouden. Onder bepaalde condities (bv. voerwijzigingen) kunnen deze Clostridium bacteriën zich echter massaal gaan vermeerderen en op deze manier veel gifstoffen aanmaken. De inwerking van deze gifstoffen op de dunne darm veroorzaakt een ernstig en snel optredend celverval en resulteert zo in een darmontsteking met bloedingen en afsterven van de dunne darmwand tot gevolg. Opvallend is dat vaak de betere kalveren getroffen worden door Clostridium enterotoxemie, dit komt waarschijnlijk door de hogere voeropname bij deze kalveren.
Clostridium botulinum
Indien de toxines geproduceerd worden door Clostridium botulinum spreken we van botulisme. Er is hierbij sprake van een directe opname van gifstoffen in het bloed. Het kalf krijgt de gifstoffen binnen via het voer of drinkwater waarin een kadaver van bijvoorbeeld een muis of een vogel voorkomt. De Clostridium bacteriën in het kadaver produceren grote hoeveelheden gifstoffen die zich vermengen met het voer / drinkwater. Deze toxines geven voornamelijk verlammingen van het voorste gedeelte van het maagdarmkanaal (tong en keel) en de achterpoten.
Clostridium tetani
Een andere type Clostridium die in de praktijk problemen kan geven is Clostridium tetani. Dit type Clostridium komt voor bij wondbesmettingen en is de oorzaak van tetanus. De bacteriën vermeerderen zich in de wond en produceren het tetanustoxine, dit gebeurt voornamelijk als er geen of weinig zuurstof aanwezig is. Tetanus kenmerkt zich door het verkrampen van verschillende spiergroepen waaronder de kauwspier. De spierkrampen kunnen zich verder uitbreiden naar hoofd, hals en benen. Uiteindelijk zal het dier stikken vanwege verlamming van de ademhalingsspieren.
Clostridium Chauvoei
Uitzonderlijk kan er bij kalveren ook een infectie voorkomen met Clostridium chauvoei. Dit is een bodembacterie die zeer resistent is en de veroorzaker is van boutvuur. Deze acuut verlopende ziekte is reeds beschreven in een voorgaande nieuwsbrief.
Aanpak Clostridium infecties
Door het snelle en acute verloop van de verschillende Clostridium infecties komt behandeling vaak te laat. Daarbij komt dat de verschijnselen veroorzaakt worden door de gifstoffen en niet door de bacterie zelf. Antibiotica pakken enkel en alleen de bacteriën aan, maar hebben geen effect op de gifstoffen. Het is dan ook met name van belang dat kalveren zo min mogelijk met Clostridum in aanraking komen en dat de voeding en het management op orde zijn.
Verminderde blootstelling aan Clostridium
Hierbij speelt hygiëne een cruciale rol. Voorkom ten alle tijden dat er op stal voedingsbodems gecreëerd worden voor bacteriën. Denk hierbij bijvoorbeeld aan (melk)resten en mest in de voertroggen en drinkbakken. Controleer waterdrinkbakken regelmatig op mestresten, ook het voersysteem dient regelmatig gereinigd te worden en de medicijnmenger mag niet onnodig lang vol staan. Denk ook aan het reinigen van de watervaten voor het begin van een nieuwe ronde. Zorg ervoor dat je geen oude naalden gebruikt voor injecties en verwijder dood ongedierte direct uit de stal!
Voeding
Voederwijzigingen dienen geleidelijk doorgevoerd te worden. Bij ziekte in een groep moet het rantsoen aangepast worden voor deze groep. Een optimale pensontwikkeling op jonge leeftijd is ook van belang. (Denk hierbij aan het verstrekken van bijvoorbeeld stro). Voer met regelmaat en op vaste tijden en verstrek water afhankelijk van leeftijd, seizoen en behoefte.
Management
Een goede sortering zorgt er met name voor dat Clostridium perfringens minder problemen geeft. Zet zowel speen- als “probleem” kalveren in aparte afdelingen. Probleemkalveren hebben een afwijkend functionerend voormagen/lebmaag systeem waardoor Clostridum perfingens meer kans krijgt om zich te vermeerderen. Ook de betere kalveren in de slecht gesorteerde hokken hebben een verhoogd risico op Clostridium vanwege verstoring van de darmflora door de verhoogde voeropname. Naast sortering is ook regelmatige controle van de melkbereiding van belang. Zorg er daarnaast voor dat kalveren geen bevuild stro kunnen opnemen.
Indien u meerdere kalveren verdenkt van bovenstaande problemen neem dan contact op met uw dierenarts/ voorlichter.