Nieuwsbrief april 2008: Injectietechnieken
In de kalverhouderij ligt de nadruk ook op het individuele dier. Dit houdt in dat er vaak naar een passende behandeling per kalf wordt gekeken. De behandeling kan bestaan uit het toedienen van medicamenten middels injectie en zoötechnische maatregelen. In deze nieuwsbrief willen we stilstaan bij injectiemethoden. Belangrijke aandachtspunten hieromtrent zijn spuitplekken en afgebroken/verloren naalden.
In deze nieuwsbrief zullen we daarom ingaan op de volgende punten:
-
Wat is een spuitplek?
-
Plaats van toediening
-
Toedieningswijze
-
Hoe te handelen bij een afgebroken/verloren naald
-
Materialen
Wat is een spuitplek?
Een spuitplek is een locale zwelling en pijnlijkheid op de plaats van injectie die na verloop van tijd weer verdwijnt, maar soms een litteken in de spier achterlaat. Spuitplekken worden vooral gezien bij intramusculaire (in de spier) injecties en zijn afhankelijk van het volume van injectie, de viscositeit (stroperigheid), de chemische samenstelling (bijv. langwerkende medicijnen) van het gebruikte preparaat en het aantal injecties dat gegeven moet worden. Deze plekken verminderen de slachtwaarde.
Wat in de praktijk vaak als een spuitplek wordt aangezien zijn abcessen. Deze abcessen ontstaan incidenteel na een intramusculaire of subcutane injectie. De belangrijkste oorzaken van deze abcessen kunnen zijn “vieze naalden”, bramen op naalden, verkeerde manier van toedienen (niet volgens bijsluiter) en slechte fixatie van het kalf. Deze abcessen zitten altijd in de nek (plek van spuiten) en zitten meestal vrij diep tussen de spieren, waardoor ze moeilijk te behandelen zijn. Deze abcessen kunnen de slachtlijn bezoedelen en leiden daarnaast tot een vermindering van de slachtwaarde.
Plaats van toediening
De plaats van toediening is bij vleeskalveren vrijwel altijd in de nek in de driehoek die begrensd wordt door de nekband,schouderblad en de halswervels.(= een driehoek) oftewel de spieren voor het schouderblad. Zie de tekening.
Toedieningswijze
Voor u, als kalverhouder, zijn er twee methoden voor injectie namelijk intramusculair (= in de spier) en subcutaan (onder de huid). Intraveneus (= in het bloed) is alleen voorbehouden aan de dierenarts. De keuze van toedieningswijze is afhankelijk van het toe te dienen produkt en de registratie van het produkt. Lees dus altijd goed de bijsluiter of vraag uw dierenarts om advies.
Een intramusculaire injectie vindt plaats door de naald loodrecht op het dier te zetten.
Een subcutane injectie kan op verschillende manieren, De meest veilige manier is om een huidplooi op te pakken tussen duim en wijsvinger en de naald in de ontstane driehoekige huidplooi te steken. Een andere manier kan zijn om de naald schuin in te steken (in een hoek van ongeveer 20 graden met het kalf). De laatste methode is echter minder nauwkeurig, is afhankelijk van het gebruikte injectiemateriaal en vergroot het risico op spuitplekken.
Het verschil tussen een intramusculaire en subcutane injectie is, dat bij een subcutane injectie de absorptie van het middel trager is dan bij een intramusculaire injectie. Dit komt doordat het gebied onder de huid minder goed doorbloed is dan de spieren. De kans op “spuitplekken” (gaat niet om abcessen!) is groter bij intramusculaire injectie .
Hoe te handelen bij een afgebroken/verloren naald
Hoewel dit bij iedereen bekend hoort te zijn, vermelden we de procedure nogmaals. Indien een naald afbreekt bij injectie en/of de naald niet te traceren valt: Noteer het levensnummer van het kalf. Geef dit nummer door aan uw vertegenwoordiger en/of meldt dit aan het slachthuis (bij het leveren van het kalf). Dit is de enige juiste manier van handelen.
Materialen
- Spuiten: Spuiten moeten altijd schoon zijn en het liefst steriel. Herbruikbare spuiten moeten na ieder gebruik schoongemaakt worden. Dit houdt ook in dat revolverspuiten geregeld uit elkaar en schoongemaakt moeten worden. Verder een en dezelfde spuit nooit voor meerdere middelen tegelijk gebruiken. Dit onder andere vanwege de reaktie die medicamenten met elkaar kunnen hebben.
- Naalden: Naalden moeten schoon en steriel zijn en een goede scherpe punt hebben, dus geen bramen. Gebruik daarnaast voor het aanprikken van flacons een schone naald en gebruik een nieuwe naald voor de injectie bij het kalf (Zo blijft de naald scherp). Is een naald krom: buig deze niet terug, maar vervang de naald. Risico van breuk is dan namelijk zeer groot. Daarnaast wordt de maat en het type naald bepaald door het doel waarvoor het gebruikt wordt. Vraag uw dierenarts evt om advies.
Indien u zich hieraan houdt is de kans op spuitplekken kleiner en de kans op het ontstaan van abcessen minimaal.