Nieuwsbrief december 2008: Ventileren
Om te beginnen, waarom ventileren we ook al weer??? Allereerst is het de bedoeling dat we de afvalstoffen afvoeren (minimale ventilatie). Dit zijn een aantal potentieel giftige gassen, waarbij ammoniak de meest herkenbare is. In tegenstelling tot varkens en pluimvee hebben kalveren een grotere gevoeligheid voor dit soort stoffen. De gevoeligheid is vergelijkbaar met de longen van de mens. Als wij ammoniak ruiken (of het irriteert ònze slijmvliezen), dan werkt dat bij het kalf net zo. Bij geïrriteerde voorste luchtwegen zal de natuurlijke weerstand afnemen, waardoor er een verhoogde kans is op infecties van de luchtwegen.
De minimale ventilatie is 0,3 m3/kg/uur, dit houdt dus in dat de ventilatie toeneemt naarmate de kalveren zwaarder worden.
Als het ammoniak in de gehele stal te hoog is het verstandig de minimale ventilatie na te laten kijken.
In sommige gevallen zien we in een deel van de stal problemen, dit hoeft niet altijd in te houden dat er te weinig geventileerd wordt, maar het kan ook zijn dat de luchtstromen in de stal niet goed gaan (inlaat te groot/te klein of evt. putventilatie). Dit is door middel van een rookapparaat te controleren.
De tweede reden van ventileren is vocht. Kalveren hebben water als afvalproduct van hun stofwisseling (zit in uitademingslucht). Tevens kunnen ze door middel van zweten hun eigen lichaamstemperatuur reguleren. Hard groeiende kalveren produceren meer warmte, zullen sneller en meer zweten en indien ze dit niet goed kwijt kunnen, door lang haar (scheren!!) of veel vocht in stallucht (ventileren!!), gaan ze nat staan. Dit is vervelend voor het kalf en zal de groei mogelijk afremmen, maar als het wat tegen zit (en dat gebeurt in het najaar nogal eens) komt er ’s nachts koude lucht voorbij, waardoor de weerstand van zo’n kalf wederom afneemt, met risico’s van luchtweginfecties. Dit kan je nabootsen door je jezelf eerst flink in het zweet te werken en daarna met je natte shirt buiten in de kou te gaan staan en dat niet voor een half uurtje, maar voor een hele dag.
Waarom bestaat er iets als de BEGINTEMPERATUUR?
Om het systeem van minimale en maximale ventilatie optimaal te laten werken, zou de begintemperatuur zo moeten zijn ingesteld, dat in de nacht alleen de giftige gassen worden afgevoerd, maar dat we overdag (zeker bij zwaardere kalveren) ook het vocht afvoeren (maximale ventilatie), zodat de kalveren niet nat gaan staan.
We houden als stelregel aan: De (hoogste + de laagste temperatuur)/2 + 2 graden.
Voorbeeld, als het ’s nachts 4 graden wordt en overdag 14 0C.;
(4+14)/2 = 9 graden+ 2= 11 0C.
In de winter gaan we met de begintemperatuur niet beneden de 10 0C graden. In de zomer gaan we niet hoger dan een graad of 180C.
Voor de bandbreedte houden we in de zomer 40C aan, in de winter 5-60C.
OPTIMALE TEMPERATUUR (temperatuur waarbij de dieren zich het meest aangenaam voelen):
BIJ NUCHTEREN: deze dieren hebben een optimale temperatuur van 15 0C . Dit betekend dus dat het weer tijd wordt om te gaan verwarmen. Vooral bij magere kalveren is de omgevingstemperatuur van groot belang om de energieverliezen te beperken! Tevens zal in drogere lucht de infectiedruk lager zijn.
Indien er verwarmd wordt, ventileer wel, maar naar minimale behoefte (0,3 m3/kg/uur). Indien de begintemperatuur ingesteld kan worden, is het aan te bevelen om deze rond de 18 0C te zetten (anders zal, met het aanspringen van de kachel de ventilatie ook gelijk toenemen en bent u vooral de lucht rond de stal aan het verwarmen). Zorg ook dat de maximale ventilatie goed ingesteld staat, want te hard ventileren kost alleen maar energie en we lopen het risico dat, door tocht, de kans op luchtwegproblemen toeneemt.
BIJ VETTE KALVEREN: vette kalveren hebben een optimale temperatuur van rond de 5 graden. Gezien de grote vochtproductie is het hier raadzaam om de maximale ventilatie goed ingesteld te hebben en de temperatuur ook zo in te stellen dat de maximale ventilatie wel gehaald wordt. Indien uw kalveren nat komen te staan, is het raadzaam de ventilatie controleren.
Natuurlijke ventilatie:
Bij deze manier van ventileren zijn we wat meer afhankelijk van de weersomstandigheden. Het afzuigen van de lucht gaat op grond van de warmteproductie van de kalveren, de dakhelling, evt. aanwezigheid van een treknok ed. Essentieel hierbij is de verhouding tussen in- en uitlaat (inlaat= 1,5 x uitlaat).
Het is hierbij van belang dat de uitlaat beperkt kan worden, zodat ook bij jonge dieren deze verhouding te realiseren is.
Bij windstille omstandigheden, met hoge relatieve vochtigheid in de buitenlucht en weinig verschil tussen dag- en nachttemperatuur kan het gebeuren dat er te weinig geventileerd wordt, ondanks goede instellingen van in- en uitlaat.
IN PRAKTIJK;
De afgelopen tijd zijn we op een aantal stallen geweest, waar het op stal een graad of 15-20 is en de kalveren nat staan. Bij het controleren van de instelling van de ventilatie, blijkt deze nog op een begintemperatuur van 17 0C te staan (zomerstand) en instelling van de maximale ventilatie is onvoldoende voor het gewicht dat de kalveren hebben. Achterliggende gedachte is vaak dat het buiten zo koud is.
Daar kalveren kou minder erg vinden dan wij, bedenk: WE VENTILEREN VOOR DE KALVEREN EN NIET VOOR ONSZELF!!!