Nieuwsbrief februari 2010: De koude winter

De afgelopen maanden hebben we te maken gehad met langere perioden van extreme kou en hoge luchtvochtigheid in ons land, en zoals het nu aanziet, zal deze periode voorlopig nog niet voorbij zijn. Over het algemeen kunnen kalveren hier goed tegen alleen de omslag en de langdurige blootstelling aan de koude levert op veel stallen redelijk wat problemen op. Hoewel iedereen zich zo goed mogelijk probeert hierop in te stellen, zijn er soms bij enkele stallen nog kleine punten die doorgevoerd kunnen worden om nog beter te kunnen omspringen met deze koude. In deze nieuwsbrief zullen we enkele punten bespreken, zoals iedereen begrijpt zijn dit geen absolute wijsheden en kan niet alles besproken worden. We zullen hierbij een onderscheid aanbrengen in nuchtere kalveren en kalveren op een oudere leeftijd.

Nuchtere kalveren:

Bij nuchtere kalveren moet men bedenken dat het risico op cachexie (extreme vermagering; zie een van de voorgaande nieuwsbrieven) in deze periode vrij groot is. De kalveren komen vaak al magerder op het bedrijf. Door de kou neemt de onderhoudsbehoefte met minimaal 10% toe. Deze energie heeft het kalf extra nodig om zichzelf warm en in leven te houden.

Van belang blijft bij uw nuchtere kalveren dat de kalveren in een goed verwarmde en een droge stal opgevangen worden. Zorg dat de stal in deze periode minimaal 14 dagen verwarmd wordt tot een temperatuur van 15 graden. Het verwarmen is niet alleen tegen de kou, maar ook om de vochtigheid uit de stal te houden. Bouw na deze periode de temperatuur geleidelijk af en stop niet in 1 keer met verwarmen. Het kalf moet tijd hebben om zich af te harden.
Let wel op met verwarmen: Als er verwarmd wordt moet er ook geventileerd worden.

Naast het verwarmen is het ook vaak noodzakelijk om te proberen meer “voer” in het kalf krijgen. Mogelijkheden hiervoor zijn om bijvoorbeeld het aandeel magere melkpoeder te verhogen of nog beter 3x daags te voeren. Het voordeel van 3x daags voeren is dat het voer meer verdeeld over de dag tot de beschikking van het kalf komt, waardoor het kalf meer tijd heeft om het voer te verwerken. Door de kou neemt namelijk de schildklieractivteit toe (o.a. een verhoogd energieverbruik door een verhoogde onderhoudsstofwisseling), waardoor het “voer” korter in het kalf verblijft en de tijd om het voer te verwerken ook korter is.

Let op: Meer voeren wil niet zeggen dat er niet verwarmd moet worden, verwarmen wil niet zeggen dat er niet meer gevoerd moet worden!