Nieuwsbrief juli 2015 – de kalverlong
Waarom onze kalveren zo snel zo benauwd zijn…….
Zoals bekend en ook gemeld via de onlangs door de Wageningen Universiteit (tussenevaluatie UDD regeling) uitgevoerde enquêtes onder dierenartsen en kalverenhouders komen luchtweg aandoeningen het meest voor bij onze kalveren. Wat maakt de kalverenlong nou zo (snel) gevoelig dat we er zo veel moeite mee hebben?
Dit heeft alles te maken met de anatomie, de bouw, van de longen….
Gaan we de long van een kalf vergelijken met die van andere diersoorten inclusief de mens dan valt het volgende op:
Veel later volwassen
De longen van een rund zijn veel later volwassen, veel later volledig uitgegroeid dan bij andere diersoorten: pas na 2 jaar! Hierdoor hebben de longen een “achterstand” ten opzichte van de rest van het lichaam gedurende de gehele mestperiode. Die (relatief) kleine long zal dus de gehele periode hard moeten werken.
Opgedeeld
De longen van een kalf zijn sterk gesegmenteerd; als het ware apart opgedeeld in 5 flinke kamers, met slechts één verbinding tussen iedere kamer en de luchtpijp. Als door bijvoorbeeld een ontsteking deze verbindingsgang blokkeert, wordt gelijk een fors deel van de long onwerkzaam, krijgt immers geen lucht meer. Andere diersoorten hebben tal van “achterdeurtjes” waardoor bij blokkade de lucht via deze achterdeurtjes binnen kan komen.
En die long moest al zo hard werken, nu zomaar tot een 20% harder.
Spierlaag
De luchtpijp vertakt ter plaatse van de longen gelijk de takken van een boom. Daar waar bij andere diersoorten de spierlaag enkel om de grotere “takken” aangelegd is, gaat deze spierlaag bij onze kalveren door tot diep in de longen door, helemaal tot de longblaasjes (vergelijk de bladeren van een boom). Nu heeft die spierlaag de nare eigenschap om in geval van onraad en gevaar (lees infecties, ontstekingen, irriterende stoffen etc.) samen te knijpen. We weten allemaal vanuit onze kennis van de ventilatie dat als je de inlaat knijpt, de luchtsnelheid toeneemt. Samenknijpen geeft verminderde “inlaat”, dus hogere luchtsnelheden. Dit leidt tot o.a. tot irritaties van het slijmvlies wat de bekleding vormt van de luchtpijp(jes) en dat geeft dan weer meer zwelling, nog hogere luchtsnelheden, je zou er benauwd van worden. Daarbij: hoge luchtsnelheden kan ongewenste zaken als stof, bacteriën en andere kwalijke zaken veel gemakkelijker en verder meesleuren de diepten in: u begrijpt vast wel de gevolgen.
Weinig reserve
Onze kalverenlong is zo geconstrueerd dat het amper reservecapaciteit kent, reden om met runderen bijvoorbeeld geen harddraverijen te (kunnen) organiseren, ze kunnen het simpelweg niet lang genoeg volhouden. Daar waar bijvoorbeeld een “grote tak” is afgesloten, en/of een flink deel van de longen aangetast, zal de reservecapaciteit overschreden worden en gaat het dier alleen hierom al hijgen. Enkel door groei van het nog wél functionerende longveld kan de reservecapaciteit weer op peil worden gebracht. Daarom kan het zo lang duren voordat een kalf weer rustiger ademt. De oorzakelijke kiem is al lang weg dankzij uw behandeling, maar de reservecapaciteit is meer dan gebruikt: het dier komt simpelweg voldoende goed werkend longweefsel te kort. Als zo een dier attent is, goed eet en drinkt, en geen koorts heeft zal een behandeling dus niet nodig zijn. Wel lucht, rust en ruimte.
Ademvolume
Doordat de longen zo lang relatief klein zijn en weinig reservecapaciteit kent zal per ademtocht veel meer lucht ververst moeten worden: het ademvolume is veel groter dan bij andere diersoorten. Per ademtocht komt 30% van het gehele longoppervlakte in aanraking met de boze buitenlucht. Dit is 2 á 3 keer zoveel als bij ons! Begrijpelijk dat de kans op reactie van de (diepe) longdelen op verkeerde zaken in deze buitenlucht veel groter is.
Snel ingrijpen noodzakelijk
Al met al zaken waardoor het met de long van ons vleeskalf heel snel heel mis kan gaan: snel ingrijpen noodzakelijk. Bijgaand probleem is dat in geval van ontsteking er altijd ontstekingsvocht wordt gevormd. Net als ademen onder water niet lukt, kan zuurstofuitwisseling niet plaats vinden in longen gevuld met ontstekingsvocht. Er hoeft maar een relatief klein deel onder water te staan om al direct forse symptomen te krijgen. Voeg daarbij het aspect van de longen toe, te vergelijken met een spons, dan gaat het heel erg snel heel erg mis.
Derhalve: een kalf met longontsteking (temperaturen!) direct behandelen, niet alleen met antibiotica (zie het Behandelplan) maar óók altijd met middelen die de watersnoodramp in die longen doet keren: ontstekingsremmers!