Nieuwsbrief juni 2011: de tong
Functies van de tong
De tong is onmisbaar voor het kalf. Het vervult een belangrijke rol binnen bepaalde taken van de spijsvertering:
-
De tong is betrokken bij de opname van vast en vloeibaar (melk en water) voedsel. Voor kalveren onder de koe of aan een speen is een goed functionerende tong noodzakelijk voor de zuigreflex.
-
Verder is de tong verantwoordelijk voor het sorteren van het voedsel en helpen de smaakpapillen op de tong bij de selectie van het voedsel
-
tijdens het kauw en herkauwproces zorgt de tong ervoor dat het voedsel telkens weer tussen de kiezen komt.
-
Bij het slikken zorgt de tong ervoor dat het voedsel naar de slokdarm wordt getransporteerd.
-
Bij kalveren wordt de tong daarnaast gebruikt voor het reinigen van de vacht.
Bouw van de tong
De tong is vrijwel geheel opgebouwd uit spieren, waardoor de tong allerlei vormen kan aannemen. Verder hechten er veel spieren aan de tong, waardoor de tong zeer beweeglijk is.
De tong kan bij een kalf onderverdeeld worden in 3 delen:
-
De beweeglijke, puntige tongpunt
-
Het tonglichaam, met een typische verhoging en een groeve (is een bekende ingang voor bacteriën om in het lichaam te komen)
-
De tongwortel, welke aan de keel is gehecht.
Papillen
De bovenkant van de tong is vereelt (verhoornd) met daarin uitstulpingen (de tongpapillen). Hierdoor voelt de bovenkant van de tong ruw aan. De papillen hebben verschillende vormen en verschillende functies. Ze kunnen onderverdeeld worden op basis van hun functie in mechanische papillen en smaakpapillen.
Mechanische papillen
De mechanische papillen dienen om na opname van het voedsel in de bek, het voedsel vast te houden. De mechanische papillen komen in verschillende vormen voor.
Smaakpapillen
De smaakpapillen komen ook in verschillende vormen voor en bezitten wisselende aantallen smaakbekers.
Zo zijn er paddestoel-achtige smaakpapillen. Deze papillen hebben naast de functie van smaakperceptie ook temperatuur en mechanische receptorfuncties.
Naast de paddestoelachtige smaakpapil heeft het rund ook omwalde smaakpapillen en deze zijn omgeven door een ringvormige groeve. In deze ring liggen de smaakbekers. In de groeve liggen verder de smaakklieren (klieren van Von Ebner). Deze klieren produceren een dunne electrolytrijke vloeistof om na een “smaakwaarneming” de smaakbekers te “resetten” voor een nieuwe waarneming. Het rund heeft zeer veel omwalde smaakpapillen.
De smaakbekers zijn dus verantwoordelijke voor de smaakperceptie. Hoe meer smaakbekers, hoe beter de smaak! En het rund heeft met ruim 25.000 smaakbekers een zeer goede smaakperceptie (Ter vergelijking: slang 0 smaakbekers; hond 700 smaakbekers; mens 9000 smaakbekers; varken 15000 smaakbekers; paard 25000 smaakbekers).
Hieruit zou je kunnen concluderen dat een rund 2,5x zoveel smaak heeft als “ons” mensen.
Nut van de smaak voor het rund
In het verleden hadden runderen deze smaakgewaarwording nodig om de opname van giftige kruiden te vermijden (deze zijn vaak bitter). Dit geeft aan dat runderen een aversie hebben voor bittere produkten. Naast een aversie voor bitter wordt zuur ook minder op prijs gesteld. Suikerrijke (zoete) produkten worden juist door het kalf enorm gewaardeerd en zorgt tevens voor extra voeropname, maar bij toenemende leeftijd neemt deze waardering en de samenhangende extra voeropname geleidelijk af. Suikers kunnen de smaken bitter en zuur wel voor een groot deel neutraliseren. Teveel suikers kunnen echter weer aanleiding geven tot diarree. Teveel is namelijk nooit goed!
Over de de totale smaakperceptie van runderen is nog lang niet alles bekend, wel is bekend dat de perceptie geheel anders is dan bij de mens.