F2447789-3359-49C8-BA40-E2C2EB8B5592

Nieuwsbrief mei 2010: Licht

De hoeveelheid licht is in de kalverhouderij vastgelegd in zowel het kalverbesluit als in de IKB regelgeving. Hierin staat dat bij vleeskalveren voldoende dag- of kunstlicht in de dierverblijven moet zijn. Bij de IKB regeling wordt als eis gesteld dat het lichtdoorlatend materiaal in dak of wand minimaal 2% van het vloeroppervlak bedraagt.

Maar wat is nu de ideale hoeveelheid licht, type licht en hoe lang moet het licht zijn. Deze items zullen in deze nieuwsbrief behandeld worden.

Om dit te weten moet men in eerste instantie weten hoe het zicht bij runderen werkt en in tweede instantie wat brengt licht in het rund teweeg.

Hoe werkt het zicht?

De bouw van het oog is niet wezelijk anders dan de bouw van het oog van de mens. Echter het zicht verschilt op een aantal punten met die van de mens, enkele punten zijn:

  • Gezichtsscherpte: De mogelijkheid om details waar te nemen is lager als bij de mens, vooral op een grote afstand
  • Gevoeligheid: Het vermogen om veranderingen waar te nemen is even goed als bij mensen, de aanpassing  aan een sterke lichtgevoeligheid duurt bij een rund echter ongeveer 3 minuten en bij de mens ongeveer 30 seconden. Verder splitsen runderen vloeiende bewegingen uit in momentopnames.
  • Kleurperceptie: Runderen kunnen slechts enkele kleurverschillen waarnemen (rood,oranje en geel), die kleuren kunnen ze dan nog zelfs moeilijk uit elkaar houden.
  • Gezichtsveld: Runderen zijn vluchtdieren. Het gezichtsveld is daardoor veel groter dan bij mensen, het inschatten van afstanden wordt daardoor echter minder.

Kort samengevat kunnen we dus concluderen dat het oog van een rund eerder reageert op kleurintensiteit (helderheid van kleuren) dan op kleuren zelf. Verder ziet het rund minder nauwkeurig, heeft meer tijd nodig om zich aan een nieuwe situatie aan te passen (snelle bewegingen geeft angst!). Daarnaast kan een rund moeilijk afstand inschatten, maar heeft hij wel ogen in zijn kont.

Wat is het effect van licht op het kalf?

Licht heeft invloed op de hersenen van het kalf en dan voornamelijk die delen waar de hormonen worden geproduceerd. Als er meer dan 100 lux wordt waargenomen door het rund daalt de concentratie van het hormoon melatonine. Als er minder van dit hormoon geproduceerd wordt stijgt de productie van het hormoon IGF (insuline growth factor) geproduceerd. Dit hormoon heeft onder andere een positief effect op het gedrag en op de groei/ontwikkeling van het kalf.

Wat is het ideale lichtplan voor kalveren?

Zoals hierboven aangegeven moet een goed plan voldoen aan een dag- en nachtritme, hoeveelheid licht en soort licht. Deze punten zullen we hieronder uitsplitsen:

  • Dag/nachtritme: Bij de meest recente onderzoeken wordt een lichtschema met 16 uur licht en 8 uur donker geadviseerd. Om een goed resultaat te krijgen moet het in de stal niet langer dan 10 uur donker zijn. Bij deze lichtverhouding kan bij het verstrekken van hoog energetische rantsoenen (wat wij doen bij de kalveren) het eerste levensjaar ongeveer 10% meer lichaamsgewicht opleveren tov kalveren die blootgesteld waren aan een lichtregime van 16 uur donker en 8 uur licht.
    Verder is het zo dat dieren tijdens lange perioden van licht meer liggen en dus minder energie verbruiken, waardoor meer energie voor de groei gebruikt kan worden. Zorg er  voor dat de overschakeling geleidelijk gaat, een rund past zich moeilijk aan aan een verandering van lichtintensiteit.
  • De hoeveelheid licht wordt weergegeven middels de eenheid lux. Op dierniveau moet gestreefd worden naar 150-200 lux. (200 lux is ook de minimale hoeveelheid licht die geeist wordt door de ARBO dienst!). Dit komt ongeveer overeen met een TL buis van 58 watt per 20 meter op een hoogte van 5 meter. Vergelijk dit met zonlicht op een mooie zomerse dag, waarbij een hoeveelheid licht van 10.000 lux kan worden waargenomen, zelfs op een donkere dag wordt overdag nog 3000 lux waargenomen. Dus zonlicht is een belangrijke lichtbron. Zorg er voor dat de lichtplaten goed schoon zijn, zodat  optimaal geprofiteerd kan worden van het zonlicht. (P.S. weet u hoeveel licht er in uw stal is, bij melkvee hebben de meeste stallen op dierniveau nog een lichtsterkte van 20-40 lux op dierniveau)
  • Soort licht: Het soort licht wat gebruikt wordt kan varieren, maar het liefst moet de kleur het meest op daglicht lijken (daglicht heeft kleurnummer 83). De lampen die in de veehouderij gebruikt kunnen worden zijn: LED lampen, natriumlampen, fluorescentielampen,metaalhalidelampen en TL-lampen. Vooral de TL lampen komen veelvuldig voor in de stallen.
    TL-lampen zijn in verschillende types verkrijgbaar. Je hebt bijvoorbeeld laagfrequente TL-lampen van 50 hertz (50 knipperingen/seconde) en hoogfrequente TL-lampen van 10.000 hertz (10.000 knipperingen/seconde). Deze laatste zijn beter aangezien het een rustiger licht geeft. Hoogfrequente TL-buizen hebben ook speciale armatuur nodig. Qua energiekosten kan het verbruik 25-30% verminderen door het plaatsen van hoogfrequente TL-buizen. (Let op: belastingtechnisch kan de vervanging interessant zijn vanwege de EIA =energie investerings aftrekregeling: kan evt van de aanschafprijs 44% van het belastbaar inkomen worden afgetrokken). Verder is het van belang om evt nieuwe TL buizen te controleren op kleurnummer. Volspectrum TL-buizen geven licht dat overeenkomt met zonlicht. Ze stralen tov gewone TL lampen ook UV licht type A en B uit, wat goed is voor de synthese van vitamine D.
    Nadelen zijn er ook aan TL-buizen. Bij koud weer (bijvoorbeeld 0 graden) leveren de buizen 30 % minder licht op dan bij 20 graden. Bij oude TL-buizen kan de lichtopbrengst na een paar jaar met 50% achteruitgaan. “Vuile” TL-lampen geven 50% minder lichtopbrengst. Maak daarom, net als de lichtplaten, uw TL buizen 2x /jaar schoon en vervang uw TL-buizen op tijd.

Zet uw dieren in de spotlights en laat ze de zomer in de bol houden!

Aanmelden voor de nieuwsbrief?