Nieuwsbrief oktober 2010: Het Kalverenbesluit
Relevante stukken kalverbesluit
Het kalverenbesluit geldt niet alleen voor kalverhouders maar ook voor melkveehouders met eigen opfok. Hoewel het kalverbesluit bij ieder goed bekend hoort te zijn, zullen we in deze nieuwsbrief kort de relevante stukken van het kalverenbesluit met betrekking tot de vleeskalverenhouderij beschrijven met her en der een extra aanvulling. Dit is dus niet het gehele kalverenbesluit en niet de officiële wettelijke tekst, maar een interpretatie. hierdoor kunnen er ook geen rechten aan deze tekst worden ontleend. Wilt u het officiële kalverenbesluit of de officiële richtlijn (91/629/EEG)waaruit het kalverenbesluit is ontstaan dan kunt u op deze links klikken
Artikel 1: terminologie
In dit artikel wordt beschreven wat wordt verstaan onder de volgende termen:
Een kalf: rund met een leeftijd tot 6 maanden.
Vleeskalf: kalf dat op een leeftijd jonger dan 8 maanden wordt geslacht.
Een vleesstierkalf: kalf van het mannelijke geslacht dat op een leeftijd van ouder dan 8 maanden wordt geslacht.
Een eenlingenbox: ruimte met ten minste 3 wanden bestemd voor een kalf.
Verder wordt er verwezen naar de richtlijn waarin de minimumnormen ter bescherming van het kalf staan beschreven en derde land (Geen EU land). Deze terminologie komt terug in het kalverenbesluit
Artikel 2: Eisen betreffende huisvesting
Beschrijft het houden, huisvesten en verzorgen van de kalveren. Het houdt in dat de kalveren zoals beschreven in dit besluit gehouden dienen te worden evenals enkele eisen vernoemd in de bijlage van de richtlijn.
De eisen betreffende het huisvesten van de kalveren uit de bijlage maar niet genoemd in het besluit zijn:
– Een stal alsmede de inrichting mag niet schadelijk voor de kalveren zijn en moet grondig gereinigd en ontsmet kunnen worden.
– Electrische leidingen en apparatuur moeten volgens de geldende nationale wetgeving zijn aangelegd om electrische schokken te voorkomen.
– De isolatie, verwarming en ventilatie van het gebouw moeten dusdanig zijn dat de luchtcirculatie, het stofgehalte van de lucht en de gasconcentraties binnen zodanige grenzen worden gehouden dat zij niet schadelijk zijn voor de kalveren.
– Bij gebruik van kunstmatige ventilatie moet er voor een noodvoorziening worden gezorgd en er moet een alarmsysteem aanwezig zijn, dat regelmatig wordt getest.
– Voeder- en drinkinstallaties moeten dusdanig zijn dat gevaar voor verontreiniging van water en voer wordt beperkt.
De eisen betreffende de verzorging van de kalveren uit de bijlage maar niet genoemd in het besluit zijn:– Alle automatische of mechanisme apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van de kalveren moeten dagelijks worden gecontroleerd, anders dienen maatregelen genomen te worden om de gezondheid en het welzijn van de kalveren te beschermen
– Materialen en huisvesting moeten op passende wijze worden gereinigd. Uitwerpselen, urine en niet opgegeten of gemorst voeder moeten zo vaak mogelijk worden verwijderd vanwege de reuk en het weren van vliegen en ongedierte.
– Alle kalveren moeten kunnen beschikken over voer afgestemd op leeftijd en gewicht. Kalvervoer moet daarnaast voldoende ijzer (om een Hb van 4,5 mmol/l) en het droogvoer (100 a 200 gram/dag afh. van de leeftijd) moet een minimum aan verteerbare vezels bevatten. Kalveren mogen daarnaast niet gemuilkorfd worden.
– Kalveren ouder dan 2 weken moeten over voldoende vers drinkwater van passende kwaliteit kunnen beschikken of hun dorst met andere vloeistoffen kunnen lessen.
Artikel 3: eenlingbox <8wk
Hierin staat dat kalveren ouder dan 8 weken leeftijd niet in eenlingenboxen gehuisvest mogen worden. Als uitzondering hierop kan een dierenarts verklaren dat het kalf of kalveren in verband met zijn (hun)gezondheid of gedrag moet(en) worden geïsoleerd om te kunnen worden behandeld. Let op: U heeft hiervoor dus wel een verklaring van uw dierenarts nodig.
Artikel 4 : beschrijving eenlingboxen
Dit artikel beschrijft de eenlingboxen. Deze eenlingboxen hebben elk een breedte van ten minste de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het kalf rechtop staat, en een lengte van ten minste 1,1 maal de lichaamslengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (=tuber ischii en is de achterste bekkenknobbel). Dit houdt in dat eenlingenboxen, die voldoen aan de opgegeven maten van 90 cm (+/- 10%) breedte en een lengte van 130 cm wel voldoen aan EU richtlijn maar het kalverenbesluit laat de afmeting daarnaast afhangen van het kalf. Dit betekent dat bij extreem grote kalveren het kan zijn dat kalveren eerder uit de eenlingenboxen moeten. Daarnaast wordt in dit besluit bepaald dat kalveren niet gehuisvest in eenlingenboxen een vloeroppervlak ter beschikking moeten hebben van:
– minder dan 150 kg: 1,5 m2 vloeroppervlakte per kalf
– 150 kg of meer, maar minder dan 220 kg: 1,7 m2 vloeroppervlakte per kalf;
– 220 kg of meer: 1,8 m2 vloeroppervlakte per kalf
Andere maten van eenlingenboxen zijn sinds 31 december 2006 niet meer toegestaan.
Artikel 5: stal
In dit artikel wordt verwezen naar de bijlage van de richtlijn waarin staat dat een stal dusdanig gebouwd moet zijn zodat een kalf zonder problemen kan liggen, rusten, opstaan en zich kan likken en andere kalveren kan zien. Verder wordt hier verwezen dat kalveren gehuisvest in een stal met ligboxen, het aantal ligboxen ten minste gelijk moet zijn aan het aantal kalveren. Indien kalveren gehouden worden in een omgebouwde ligboxenstal en de boxen zijn niet afgesloten dan dienen er dus net zoveel boxen aanwezig te zijn als kalveren.
Artikel 6: voeren en eetplaatsen
Alle kalveren moeten ten minste eenmaal per dag worden gevoederd. Kalveren in groepshokken, die niet ad libitum of via een automatisch voedersysteem worden gevoederd, moeten allemaal tegelijk kunnen eten. Verder moet bij ad lib voedering 1 op de 3 kalveren een eetplaats hebben en zonder ad lib voedering minimaal 0,4 meter voerhekbreedte per kalf.
Artikel 7: eenlingboxen, verdere bepalingen
In dit artikel wordt beschreven dat naast elkaar gehouden vleeskalveren in eenlingenboxen elkaar kunnen zien en aanraken, met uitzondering van een eenlingbox die voor het isoleren van zieke dieren wordt gebruikt. Andere eenlingenboxen zijn sinds 31 december 2006 niet meer toegestaan.
Artikel 8: vloeren, ligplaatsen
De vloeren moeten stroef zijn, maar zonder scherpe uitsteeksels, om te voorkomen dat de kalveren zich verwonden (denk ook aan de ruimte tussen de roosterlatten) en moeten zo zijn ontworpen dat zij bij de kalveren die erop staan of liggen geen verwondingen of pijn veroorzaken.
De vloeren moeten zijn aangepast aan het gewicht en de grootte van de kalveren en moeten een stevige, vlakke en stabiele oppervlakte vormen. De ligruimte moet comfortabel en zindelijk zijn(=relatief schoon en droog!), over een behoorlijke afvoer beschikken en mag niet schadelijk zijn voor de kalveren.
Voor alle kalveren jonger dan twee weken moet adequaat strooisel worden gebruikt. Daarnaast moeten andere kalveren dan vleesstierkalveren alsmede vleesstierkalveren tot een leeftijd van 2 maanden kunnen liggen op een vloer die is ingestrooid of is voorzien van een kunststofmat, houten lattenrooster of rubbertoplaag.
De oppervlakte van de ligplaats bedraagt minimaal tot een leeftijd van 3 maanden 0,50 m² per kalf en voor kalveren ouder dan drie maanden 0,70 m² per kalf. Dit houdt in dat kalveren onder de 2 maanden niet op volledige betonroostervoeren gehouden kunnen worden en witvleeskalveren en jonge roses niet op volledige betonroostervloeren gehouden kunnen worden aangezien dit vleeskalveren zijn en geen vleesstierkalveren zie artikel 1 voor de omschrijving.
Verder moeten de betonroostervloeren aan de Nederlandse normen, bedoeld in NEN-normen nr. 3873 betreffende roostervloeren van gewapend beton voor stalgebouwen, zoals uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut in februari 1989 voldoen, tenzij de vloeren al voor 1 januari 1994 aantoonbaar in gebruik zijn genomen.
Artikel 9: licht
In verband met hun fysiologische en met hun gedrag samenhangende behoeften moet er gezorgd worden voor passend dag- of kunstlicht. Wanneer het kunstlicht betreft moet dit licht ten minste gelijkwaardig zijn aan de duur van het daglicht dat normaal tussen 9.00 uur en 17.00 uur beschikbaar is. Bovendien moet er passende (vaste of verplaatsbare) verlichting van voldoende sterkte zijn om de kalveren te allen tijde te kunnen inspecteren.
Indien de oppervlakte aan lichtdoorlatend materiaal in wand of dak van een stal bestemd voor vleeskalveren ten minste 2% bedraagt van de vloeroppervlakte van de stal en van een stal bestemd voor andere kalveren dan vleeskalveren (vleesstierkalveren?) ten minste 5% bedraagt van die oppervlakte, waarbij het materiaal zodanig is aangebracht dat het licht in de stal gelijkmatig is gespreid voldoet men hieraan. IKB 2008 accepteert alleen daglicht middels lichtdoorlatend materiaal.
Artikel 10: verzorging en controle
Alle in groepshokken of in boxen opgefokte kalveren moeten ten minste eenmaal per dag door de eigenaar of de voor de dieren verantwoordelijke persoon worden geïnspecteerd. Kalveren die ziek of gewond lijken, moeten onmiddellijk op passende wijze worden verzorgd.
Zieke en gewonde kalveren moeten zo nodig kunnen worden afgezonderd in adequate lokalen met droog en comfortabel strooisel.
Wanneer de kalveren niet reageren op de door de veehouder verstrekte zorgen, moet zo spoedig mogelijk een dierenarts worden geraadpleegd.
Voor ten minste 1% van het aantal gehouden kalveren en indien dit minder is dan één, aan ten minste één kalf moet een ziekenboeg aanwezig zijn met zoals in dit artikel beschreven.
Artikel 11: certificaat 3e landen
Om in de Gemeenschap te mogen worden ingevoerd, moeten dieren uit derde landen (buiten de EU) vergezeld gaan van een door de bevoegde autoriteit van dat land afgegeven certificaat waaruit blijkt dat zij een behandeling hebben ondergaan die ten minste gelijkwaardig is aan de richtlijn waarop het kalverbesluit is ontstaan (richtlijn 91/629/EEG)
Artikel 12 toetreding EU
Betreft wijzigingen van de wet, oa over toetreding van landen tot de EU en dat de wijzigingen gepubliceerd dienen te worden.
Artikel 13 : tijdelijke uitzonderingen
In dit artikel worden tijdelijke uitzonderingen genoemd, die nu niet meer gelden met uitzondering van de betonroostervloeren, die bij artikel 8 zijn beschreven.
• Artikel 13a
Gaat over zoogkalveren
• Artikel 14,15 en artikel 16
Hierin wordt de ingang van het kalverenbesluit besproken (1994)