F2447789-3359-49C8-BA40-E2C2EB8B5592

Nieuwsbrief oktober 2016: Wachttijden

Praktijknieuws:

Het eerste symposium heeft reeds naar tevredenheid plaatsgevonden in Oirschot.

Op 13 oktober wordt dit symposium in de Reehorst te Ede (zie vorige nieuwsbrief) georganiseerd .  Graag heten we u vanaf 19.30 van harte welkom en het programma begint om 20 uur. Wilt u in verband met de organisatie zo vriendelijk zijn om door te geven of u aanwezig bent en op hoeveel personen we dan mogen rekenen.

Wachttijden

Per 1 januari 2013 wordt u verantwoordelijk gehouden indien diergeneesmiddelen in het kalf aan de slachtlijn worden aangetroffen waarvoor een wachttijd bestaat. U kunt hiervoor betuurs- of strafrechtelijk vervolgd worden. zie ook de nieuwsbrief van december 2013. Klik hier voor deze nieuwsbrief.

Hoe worden wachttijden van diergeneesmiddelen bepaald of vastgesteld?

Wachttijden worden door de overheid vastgesteld aan de hand van gegevens die door de fabrikant van het betreffende middel worden geleverd. De fabrikant van diergeneesmiddelen voert testen uit bij het betreffende dier (doeldier) en per produkt. De fabrikant behandelt een x aantal dieren met het betreffende middel, conform het etiket. Vervolgens worden dieren regelmatig onderzocht of er nog resten aanwezig zijn in het dier. Op basis van tijdstippen wanneer alle dieren in de proef onder de toegestane limiet zitten met resten van diergeneesmiddelen (MRL) in het dier, wordt de wachttijd voor het vlees bepaald.

Er zijn verschillende factoren, die van invloed kunnen zijn op de wachttijd. Deze factoren zijn in een aantal groepen onder te brengen:

Bewaren diergeneesmiddelen:

De samenstelling kan na het uitleveren veranderen. Er kan namelijk chemische of biologische ontleding plaatsvinden en/of verontreiniging met bacteriën en schimmels. Dit kan leiden tot een verminderde en/of gewijzigde werkzaamheid. Voor diergeneesmiddelen is om deze reden een houdbaarheidstermijn vastgesteld.  Binnen de houdbaarheidstermijn (verloopdatum) wordt door de farmaceut de kwaliteit van het medicijn gegarandeerd, MITS het medicijn/preparaat op de juiste manier wordt bewaard.

De juiste manier van bewaren staat op het etiket van het desbetreffende medicijn weergegeven, waaronder de bewaartemperatuur. Ook de gebruikstermijn staat vermeld op het etiket. Dit geeft  weer hoe lang een diergeneesmiddel gebruikt kan worden nadat de verpakking is aangebroken. Gebruik bij het aanprikken van flacons altijd een schone naald en spuit en ontstmet de dop. Restanten van orale middelen altijd goed afdekken en droog opslaan om vervuiling en een veranderde werkzaamheid te voorkomen.

Beoordeel diergeneesmiddelen altijd visueel op afwijkingen, bij afwijkingen het middel niet meer gebruiken.

Correct gebruik van diergeneesmiddelen:

De bijsluiter geeft de dosering en het behandelinterval aan en bij injecteerbare diergeneesmiddelen ook de plaats van toedienen en volume per injectieplaats. worden deze normen overschreden dan kan de wachttijd niet gegarandeerd worden en is de aangegeven wachttijd niet meer geldend. Ook het combineren met andere diergeneesmiddelen kan leiden tot een veranderde uitscheiding en daarbij een verlengde uitscheiding.

Wettelijk is het niet toegstaan om een diergeneesmiddel in een andere dosering, bij een ander doeldier of via een andere toedieningsweg toe te dienen. Toch kan het zijn dat het in het kader van Good Veterinary Practice (GVP) noodzakelijk is om van de bijsluiter af te wijken. Dit zal altijd door de dierenarts kenbaar gemaakt worden (mogelijk op het BGP) en dient door de dierenarts te worden onderbouwd. De wachttermijn wordt dan altijd minimaal 28 dagen voor vlees (of nog langer).

Bij het toedienen van orale diergeneesmiddelen door de melk dient men er ook rekening mee te houden dat vervuiling van de leidingen tot residuvorming kan leiden in de leidingen en de eventueel aanwezige mengers. Hierdoor kan de wachttijd verlengd worden. Reinig de leidingen en de medicijnmenger dan ook altijd grondig nadat de behandeling is afgerond.

Ook het gebruik van additieven en bijsturingsprodukten of bestanddelen van de melk tijdens een behandeling met diergeneesmiddelen kunnen invloed hebben op de wachttermijn. Deze middelen kunnen effect hebben op de oplosbaarheid van de produkten en daarmee op de uitscheiding en de te hanteren wachttermijn voor het vlees. Het toevoegen van een additief aan een vooroplossing ter verbetering van de oplosbaarheid van een diergeneesmiddel wordt gezien als off-label use en daardoor geldt een minimale wachttermijn van 28 dagen voor het vlees!!

De toestand van het kalf (patiënt)

De medicijnen dienen verwerkt en uitgescheiden te worden door het kalf. De uitscheiding zal vertraagd zijn bij dieren met bijvoorbeeld afwijkingen aan lever en/of nieren, jonge dieren en zieke dieren, maar ook dieren waarbij recent al een behandeling heeft plaatsgevonden met diergneesmiddelen. Liggende dieren hebben t.o.v. dieren die goed overeind komen ook een vertraagde uitscheiding. In al deze gevallen dient vaak een langere wachttijd in acht genomen te worden dan de wachttermijn die geadviseerd wordt door de fabrikant.

Dus bij twijfel: Neem de wachttermijn voldoende ruim.

Bronnen: Dophamra, MSD

Praktijknieuws:

Het eerste symposium heeft reeds naar tevredenheid plaatsgevonden in Oirschot.

Op 13 oktober wordt dit symposium in de Reehorst te Ede (zie vorige nieuwsbrief) georganiseerd .  Graag heten we u vanaf 19.30 van harte welkom en het programma begint om 20 uur. Wilt u in verband met de organisatie zo vriendelijk zijn om door te geven of u aanwezig bent en op hoeveel personen we dan mogen rekenen.

Wachttijden

Per 1 januari 2013 wordt u verantwoordelijk gehouden indien diergeneesmiddelen in het kalf aan de slachtlijn worden aangetroffen waarvoor een wachttijd bestaat. U kunt hiervoor betuurs- of strafrechtelijk vervolgd worden. zie ook de nieuwsbrief van december 2013. Klik hier voor deze nieuwsbrief.

Hoe worden wachttijden van diergeneesmiddelen bepaald of vastgesteld? lees verder

Aanmelden voor de nieuwsbrief?