Snelheid van ingrijpen, ziekteverspreiding in een koppel kalveren
In verband met het COVID-19 virus heeft u de laatste maanden in de media meerdere malen kunnen lezen over het besmettingsgetal, ook wel (basis) reproductiegetal (R0) genoemd. Deze R0-waarde is ook van toepassing bij ziekteverspreiding in de kalverstal.
De R0-waarde van een infectieuze ziekte bij kalveren is een maatstaaf voor hoe een infectie zich binnen een koppel kalveren kan verspreiden. Deze waarde geeft aan hoeveel dieren één ziek dier kan besmetten gedurende zijn ziekte in een koppel dieren dat vatbaar is voor deze ziekte. Afhankelijk van de waarde kan dit de volgende uitkomsten geven:
- R0> 1. Wanneer een bepaalde infectie een R0-waarde heeft van laat ons zeggen 4 wil dit zeggen dat één kalf gemiddeld 4 andere kalveren zal infecteren wanneer dit kalf in een volledig gevoelig koppel terecht komt en daar gedurende zijn volledige infectieuze periode blijft. De infectie zal zich dus verder verspreiden, met een uitbraak van de infectie tot gevolg.
- Bij een R0=1 heeft men een stabiele situatie waarbij één kalf gemiddeld één ander kalf infecteert. De infectie zal op een stabiel niveau blijven.
- Als R0< 1 , dan zal één kalf gemiddeld minder dan één ander kalf infecteren en zal de infectie uiteindelijk doodlopen. Uiteraard is dit de situatie die we nastreven.
LET OP: De R0-waarde zegt iets over de mate van verspreiding, niet noodzakelijk over de snelheid van deze verspreiding.
De grootte van Ro wordt beïnvloed door:
-De eigenschappen van een ziekteverwekker. Denk hierbij aan de overleving in de omgeving, de mate van schadelijkheid voor het kalf en de periode dat een kalf besmettelijk is.
-De eigenschappen van de kalveren, zowel van het individuele kalf als van het koppel. (leeftijd van de kalveren, biestvoorziening)
-Specifieke omstandigheden, deze bepalen of er een makkelijke overdracht is tussen de kalveren of niet. Denk bijvoorbeeld aan klimaat, hygiënische maatregelen en hokbezetting.
Het verloop van een infectie is dan ook een complexe samenwerking tussen de individuele ziekteverwekker, het individuele kalf en het koppel. Bij een Nederlandse studie op een melkveebedrijf vond men voor IBR een R0> 7. Dit terwijl er bij COVID-19 gesproken wordt over een R0 van 2.5 tot 3.9.
Aan de eigenschappen van de ziekteverwekker kunnen we niet veel veranderen. Maar we kunnen er door verschillende maatregelen wel voor zorgen dat we de R0 -waarde verkleinen. En zo dus de ziekteverspreiding en de gevolgen hiervan! Hieronder enkele concrete mogelijkheden waaraan u kunt denken bij u op stal:
Vaccineren maakt kalveren minder gevoelig voor de betreffende infectie waartegen gevaccineerd wordt en verkleint zo de R0-waarde voor deze ziekteverwekker.
-Door ieder kalf zijn eigen speen te geven voorkomen we dat we ziekteverwekkers verslepen van kalf naar kalf.
-Voorkom overbezetting, hoe meer kalveren er in een hok staan, hoe makkelijker ze elkaar kunnen besmetten.
-Zorg voor een goed stalklimaat.
-Behandel zieke kalveren zo snel mogelijk, hoe sneller een kalf geneest, hoe minder hokgenoten het zal besmetten.
-Isoleer chronisch zieke dieren.
Bronnen:
– Covid.19: 2.4à 3.9 (wikipedia)
-Population dynamics of bovine herpesvirus 1 infection in a dairy herd
-Inleiding tot de veterinaire epidemiologie, Jeroen Dewulf